Boerenleven

Passie. Intense gedrevenheid. Liefde. Onophoudelijke werklust. Toewijding. Aandacht voor zijn buren. Dag en nacht klaar staan. Om negen uur naar bed. Om vijf uur weer op. Televisie kijken? Op vakantie gaan? Buiten bezig zijn, dát kun je niet missen!

Hoe beschrijf je het leven van een man die als derde generatie in de wieg gelegd werd met maar één doel: koeien en varkens verzorgen en een mooie stamlijn fokken. Naast zijn vrouw en (klein)kinderen bestond er niets anders en niets mooiers. Hij was verknocht aan zijn erf, zijn land en zijn vee. Dat was zijn wereld.

Niemand had hem dat geleerd. Nooit was hem gevraagd wat hij later wilde worden. Nergens anders voelde hij zich thuis. Niets kon in de schaduw staan van het boerenleven.

De opvolging ging geruisloos. Het was geen kwestie van óf maar van wánneer. Als vader verstond hij zelfs de kunst om zijn zoon daarin de vrije hand te laten. Dat had hij zelf ook zo fijn gevonden.

Zijn levensmotto was, ‘Niet achterom, maar vooruit kijken.’ Ook toen hij ziek werd en de prognose niet best was. En toen het niet meer ging, ging hij toch nog naar zijn koeien. Om naar ze te kijken. Urenlang. Hij kende ze allemaal, wist precies wat hun eigen aardigheden waren.

Van kleins af aan had hij samen met zijn vee het leven en de dood met elkaar zien optrekken. Maar nu, zelf doodgaan, hoe moest hij dat doen? Zonder zijn gezin, zonder zijn varkens en koeien?

 

© Petra van Eldik – Neleman

Terug naar overzicht

Laatste nieuws