Stevig

Je houdt de hand van je kind wat steviger vast als de trein nadert. Vol vertrouwen kijkt hij naar je op en glimlacht. Samen op avontuur met de trein. Hij kan niet wachten. Het wordt een dag met een gouden randje.

De volgende dag lees je in de krant hoe vaak het die week weer gebeurde. Niet één maar meerdere keren op het spoor vlakbij je huis, je dorp. Je ontmoet mensen die één van hen gekend heeft. In gedachten pak je het handje van je zoontje weer vast.

Guus Meeuwis zingt in zijn lied Je staat niet alleen ‘En laat ons altijd zoeken naar een uitweg. Met een uitgestoken hand voor elk probleem. Er is niemand die zich daarvoor hoeft te schamen. Want niemand hier van ons kan het alleen.’

Dat is zo hoopvol verwoord, maar zo onbereikbaar voor mensen die het leven niet meer aankunnen en er een einde aan maken. Zij pakken die uitgestoken hand niet vast, hoe dicht je ook naast ze staat en hoe graag ze het misschien ook zouden willen. Die afstand, hoe klein ook, is voor hen onoverbrugbaar. Jij wilt vastpakken en je verbondenheid, die je zo sterk voelt, steeds opnieuw weer tastbaar maken. Zij durven die verbinding niet aan te gaan.

Zoveel mensen die dit onvoorstelbare verdriet in stilte dragen. Zij voelen zich, voorbij de uitgestoken hand, voor altijd verbonden met wie ze moeten missen. In gedachten pakken zij hun handen nog steeds heel stevig vast.

 

© Petra van Eldik – Neleman

Terug naar overzicht

Laatste nieuws